grootoudersopherhaling

Grootouders op herhaling

Trouw zaterdag 15 september 2007

Door:

Monique de Heer

Vergoeding per pleegkind

De pleegzorgvergoeding is afhankelijk van de leeftijd van het pleegkind. Voor een kind tot negen jaar wordt per dag een vergoeding van 14,50 euro uitgekeerd. Dat bedrag loopt op tot ruim 17 euro per dag voor oudere kinderen.

De bedragen worden door het ministerie van WVC vastgesteld. Het hoeft niet te worden opgegeven bij de belasting.

De Belangenvereniging ’Landelijke Pleeggrootoudergroep’ is bereikbaar via tel. 0548-364844.

Als kinderen worden verwaarloosd, komen ze vaak bij hun opa en oma terecht. Vaak gebeurt dit informeel, zodat de grootouders pleegzorgvergoeding en begeleiding missen. Terwijl ze die wél goed kunnen gebruiken.

Voor de eengezinswoning van Jan en Bertha Pluister in Julianadorp staan meer stoere fietsen dan gebruikelijk is voor een echtpaar van begin zestig. Sinds tweeënhalf jaar zorgen ’opa en oma Pluister’ nu voor de kinderen van hun zoon, de tweeling Vincent en Chris. Aanvankelijk leek er na de scheiding van hun zoon Eelco niet veel aan de hand. Hij en zijn ex-vrouw Alexandra woonden in dezelfde straat en om de week namen ze de zorg voor de jongens op zich. Maar dat bleek schijn. De jongens werden verwaarloosd door hun moeder, die opnieuw was gaan samenwonen. Moeder kreeg een nieuwe vriend en toen die wegens geweldpleging bijna een jaar de gevangenis in verdween, liep alles mis. Jeugdzorg werd ingeschakeld. Vader Eelco was op dat moment net twee vingers kwijtgeraakt bij een bedrijfsongeval en zo kwamen Vincent en Chris bij hun opa en oma terecht. Daar zijn ze gebleven.

Hoeveel grootouders in Nederland permanent voor hun kleinkinderen zorgen, is niet bekend. Joop Houtzager, zelf ’pleegopa’ richtte een paar jaar geleden een belangenvereniging voor Pleeggrootouders op. Hij kreeg veel reacties en verzamelde ruim 250 adressen. Maar Houtzager schat het aantal pleeggrootouders in Nederland op minstens 1500. Niet iedereen durft immers de officiële weg te volgen, want dan moet er toestemming gevraagd worden bij de kinderrechter. Houtzager: ,,Ook wordt gelet op verleden en de gezondheid van de pleegouders. Veel grootouders zijn bang om jeugdzorg in te schakelen omdat ze bang zijn de kinderen dan kwijt te raken. En alleen officiële pleegouders komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten.’’

De dochter van Joop Houtzager kon het zelf niet. Al vanaf de geboorte waren haar drie kinderen regelmatig bij opa en oma en ongeveer vijftien jaar geleden liet ze hen daar. Houtzagers dochter staat nergens meer geregistreerd. Ze is onvindbaar. Ook van de vader hebben de kinderen nooit meer iets gehoord.

Joop Houtzager: ,,Het verdriet is vaak groot, want het is vreselijk om te zien dat jouw kind niet voor haar eigen kinderen kan zorgen. Maar juist de ouders kennen hun kind en zijn of haar problematiek. Je weet dus wat er met de kleinkinderen is gebeurd voor ze bij je kwamen. Maar het is wel zwaar. De kleinkinderen zijn vaak beschadigd door wat ze mee hebben gemaakt. Vaak zijn de ouders verslaafd aan drugs of psychisch gestoord. En als je erin slaagt als ouder daar wat afstand van te nemen, komt het verdriet met de kleinkinderen weer dubbel en dwars binnen. Maar je laat ze niet op de stoep staan.’’

Houtzager richtte een belangengroep op omdat hij wil dat grootouders die pleegouder worden, vaker serieus worden genomen. Niet alle hulpverleners gaan goed met grootouders om.

Mevrouw Verlinden uit Dirkshorn zorgt voor haar kleindochter maar voelt zich vaak weggezet als overbezorgde oma. De moeder van het meisje lijdt aan het borderlinesyndroom en ook de vader kan niet voor het kind zorgen. Kleindochter Lieke koos er zelf voor om op haar twaalfde permanent bij opa en oma te gaan wonen; daarvoor was ze telkens periodes bij hen in huis. Mevrouw Verlinden: ,,Het erge is dat we het mis hebben zien gaan. De moeder wilde Lieke telkens weer bij zich hebben, maar dat liep iedere keer mis. Voor het kind was dat schadelijk. Bij de hulpverlening liepen we tegen een muur op want, zeiden ze, ’een kind hoort bij de moeder’. Maar als grootouder zie je meer van een kind dan de hulpverlener. Er wordt niet naar je geluisterd, maar je mag later wel de problemen oplossen.’’

Lieke werd een moeilijke puber met hechtingsstoornis. Toen Lieke wegliep en met verkeerde vrienden optrok, werd raad gevraagd aan de pleegzorgwerker. De kleindochter klaagde: „Oma is zo streng en doet moeilijk.” „Dan zoeken we toch een ander pleeggezin voor je’’, was de reactie. Mevrouw Verlinden was woedend: ,,Vier jaar lang zijn we dag in dag uit met haar bezig geweest en dan krijg je dat. Het is niet makkelijk om voor je kleinkind te zorgen. Je bent opvoeder maar ook oma. De opvoeder moet consequent zijn, maar opa en oma willen hun kleinkind ook lekker verwennen.’’

Mevrouw Verlinden is er voorstander van dat kinderen in het eigen netwerk worden geplaatst als ouders niet voor ze kunnen zorgen. ,Ieder kind gaat vragen stellen: ’Waar kom ik vandaan’, ’Hoe was ik als baby?’, ’Wanneer ging ik lopen?’. Jij hebt het antwoord omdat je een geschiedenis deelt met het kind.’’

Het opvoeden van een kleinkind kan ouders ook in conflict brengen met de ouders, hun eigen kinderen.

De zoon van Jan en Bertha Pluister wil zijn kinderen liever weer zelf in huis nemen, maar dan moet hij naar de rechter stappen omdat ze nu officieel bij zijn ouders zijn geplaatst. Bertha Pluister: ,,Vooral in het begin was dat heel moeilijk. Hij paste op als wij ’s avond naar koorrepetitie gingen en dan kwam ik hem soms huilend op de overloop tegen. Hij moest naar zijn huis en de kinderen bleven hier. En met dat oppassen moeten we ook voorzichtig zijn, want de moeder wil de kinderen ook vaker zien en dan kweek je ongelijkheid. ’’ Ook de kinderen willen graag bij hun vader wonen. Bertha Pluister: ,,Jeugdzorg en wij ook vinden het in het belang van de kinderen dat ze voorlopig hier blijven. Onze zoon moet naar de kinderrechter om dat te veranderen. Wij stellen het belang van de twee jongens boven dat van onze eigen zoon. Dat is zwaar.’’

Ook het opvoeden van twee dertienjarige jongens valt niet altijd mee. Jan Pluister: ,,Je moet je leven helemaal opnieuw inrichten. Onze kinderen waren al jaren de deur uit toen Chris en Vincent kwamen. Wij waren weer aan onze vrijheid gewend. Nu leef je weer volgens een schema.’’

Pleegkinderen opvoeden is vaak extra zwaar

Angelika Gessner van Spirit pleegzorg in Amsterdam schreef een handleiding voor hulpverleners die grootouders bijstaan bij de opvoeding van hun pleegkleinkinderen. Want er zijn specifieke problemen, bijvoorbeeld het grote leeftijdsverschil. Spirit is voorstander van grootouderpleegzorg, maar dat is niet overal zo: Angelika Gessner: ,,Met name op het platteland kom je nogal eens de opvatting tegen dat ouders van wie de kinderen niet goed terechtkomen, ook wel niet geschikt zullen zijn om hun kleinkinderen op te voeden. Maar ouders zijn natuurlijk niet altijd verantwoordelijk voor de fouten van hun kinderen. Wij vinden het voor de kinderen vaak beter als ze in de eigen kring blijven.’’

Veel grootouders zorgen voor de kleinkinderen als een vorm van mantelzorg. Wie geen bemoeienis wil, kan dat zo houden, maar om in aanmerking te komen voor pleegzorgvergoeding, moet er een officiële indicatie worden gesteld. Er moet dan een hulpvraag zijn. Grootouders kunnen zich wenden tot bureau jeugdzorg. Die schakelt vaak een instantie voor pleegzorg in om na te gaan of de grootouders de kleinkinderen kunnen bieden wat ze nodig hebben. Gessner: ,,Het uitgangspunt daarbij is, bij ons, dat we ze het liefst daar laten, maar er wordt wel onderzoek gedaan. Het belang van het kind staat altijd voorop. Grootouders moeten daarna ook begeleiding bij de opvoeding accepteren. Maar vaak is dat welkom omdat de kinderen meestal al veel hebben meegemaakt. Het kan ook moeilijk zijn omdat er drie generaties uit dezelfde familie bij betrokken zijn. Opvoedstijlen verschillen vaak. Begeleiding is dan nuttig."

Trouw zaterdag 15 september 2007

Uitgeverij Abraxas|Pedagogiek